Bij leiderschap gaat het gaat niet alleen om de leider maar juist om hoeveel ruimte de mensen geven die geleid worden. Hoeveel discussie willen mensen voeren en op welke manier. Daarbij is het de vraag hoeveel en hoe bewust men een leider de vrijheid tot leiderschap geeft.
“Leiderschap kan ook ‘eng’ worden”
Neem de Paus, die heeft macht op alle terreinen van het leven van zijn volgers. Je moet eigenlijk van tevoren bedenken op welke terreinen en hoeveel macht je zo iemand wilt geven en daarover in gesprek gaan. Naast dat een leider zelf de grenzen moet kennen en respecteren, is het belangrijk dat mensen die geleid worden zich beschermen tegen leiderschap.
Hoe ‘beter’ de leider wordt hoe meer hij iemand in kan pakken en hoe bescherm mensen zich daartegen? Daarvoor moet je weten wat een leider drijft en hoe zo iemand leider is geworden. De intentie moet te checken zijn. Don’t talk but show, mensen moeten dit kunnen waarnemen en daarop kunnen reageren. Als je een goede leider bent in ogen van mensen, dan komt daar een stimulerende of anders corrigerende factor uit. Er moet een natuurlijk controlemechanisme zijn op een leider. Diegenen die geleid worden, moeten de vrijheid hebben en voelen om een leider tot verantwoording te roepen. Voor de goede werking moeten zij deze verantwoordelijkheid dan wel oppakken.
Tegelijkertijd is het de kunst om leiders wel vertrouwen te geven. ‘Always assume a good intention’. Pak terug op wat de belofte is, denk daaraan en dan moet het bewijs natuurlijk wel blijken.
“Uiteindelijk bepalen volgers wie de leiders zijn”
Wie bepaalt wie de leider is? Dat doet de leider niet puur door diens positie, bijvoorbeeld als CEO. Je kan roepen dat je de leider bent en je loopt voorop maar als niemand je volgt, dan ben je die kant alléén opgelopen. Uiteindelijk bepalen de volgers wie de daadwerkelijk de leider is.
Goed leiderschap vergt een aantal eigenschappen. Zo is een gezonde dosis zelfspot belangrijk. Je moet daarvoor open staan, zelf relativerend zijn en daarmee ook de omgeving uitnodigen om positief kritisch te zijn en te blijven meedenken. Daarom moet de leider transparant zijn en zijn eigen leerwoord managen. De leider weet zich te omringen met mensen die ‘beter’ zijn en is de goede leider is er op uit om lastige vragen te krijgen ter challenge. In theorie weet men dit, maar het komt in praktijk zelden terug.
Mensen ben daarom gewaarschuwd. Haal het beste uit je leidinggevende naar boven. En bij ‘verliefdheid’ op een charismatisch leider, houdt je hoofd erbij en ben er scherp op of de leider het wel echt goed doet.